Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2026 Concept Begroting 2026

Inleiding

Inleiding


Programmabegroting 2026

Voor u ligt de Programmabegroting 2026, inclusief de meerjarenraming voor 2027–2029. Deze begroting vormt het inhoudelijk en financieel sluitstuk van de bestuursperiode 2022–2026 en is gebaseerd op de kaders uit de Perspectiefnota 2025. Het college presenteert u een sluitende begroting voor 2026, die het resultaat is van gerichte bijstellingen, eerste beleidsarme ombuigingen en een verscherpt financieel kader. Tegelijkertijd is dit document ook een bestuurlijk en strategisch overdrachtsinstrument richting de volgende gemeenteraad en het nieuwe college dat in 2026 aantreedt.

De opgave voor Druten is niet uniek, maar wél urgent. Gemeenten opereren in een context van toenemende maatschappelijke druk, financiële onzekerheid en veranderende rijksverhoudingen. Deze begroting geeft richting binnen die realiteit, met als doel om bestuurbaarheid, wendbaarheid en maatschappelijke continuïteit te borgen.

Landelijke en financiële context: rust op korte termijn, onzekerheid op lange termijn

De financiële situatie van gemeenten wordt al jaren gekenmerkt door structurele onbalans tussen taken en middelen. Hoewel het zogenaamde ravijnjaar 2026 door de Voorjaarsnota 2025 tijdelijk is opgevangen, blijft structurele duidelijkheid over het gemeentefonds uit. De gesprekken tussen rijk en gemeenten over een herziening van het financieringssysteem zijn nog gaande en zullen pas in de volgende kabinetsperiode hun beslag krijgen.

Voor Druten betekent dit dat het zicht op voldoende structurele inkomsten voorbij 2027 onzeker blijft. Tegelijkertijd stijgen autonome lasten: door inflatie, cao-ontwikkelingen, krapte op de arbeidsmarkt en een toenemende uitvoeringsdruk – met name in het sociaal domein en bij gemeenschappelijke regelingen. Deze externe factoren zijn vertaald in deze begroting, conform de septembercirculaire 2025.

Proces Ombuigingen

In de perspectiefnota 2025 is uitvoerig stilgestaan bij het proces van Ombuigingen dat in 2024 is opgestart. Het college heeft vanaf het begin actief gestuurd op een koersvast en integraal ombuigingsproces, met als uitgangspunt:

  • het realiseren van een structureel sluitende begroting per 2029;
  • het zoveel mogelijk ontzien van kwetsbare groepen en essentiële voorzieningen;
  • het voorkomen van versnippering en sturen op majeure, strategische keuzes;
  • het bewaken van bestuurlijke autonomie en het voorkomen van provinciaal toezicht;
  • het organiseren van politieke en ambtelijke betrokkenheid bij elke fase van het proces


Dit heeft in 2025 geleid tot een negen sporen aanpak die onder andere heeft geleid tot financiële meevallers die geen beleidsconsequentie hadden, tot herbeoordeling van investeringskredieten, het doorbelasten van de kosten van Munitax en een lijst met mogelijke Ombuigingen die om politieke afweging/keuzes vragen. Laatstgenoemde lijst is vanwege de huidige positieve begrotingsresultaten voor 2026 en 2027 niet ingezet, maar zal ter beoordeling worden meegenomen bij de resultaten van het proces Zero Based Budgetting. De jaren 2028 en 2029 laten nog geen sluitende begroting zien maar het ombuigingstraject kent een duidelijke lijn die voldoende vertrouwen geeft om een heroverweging te kunnen maken op gemaakte beleidsambities, doelstellingen en activiteiten gekoppeld aan budgetten als het rijk het ravijnjaar niet in heroverweging neemt. Middels ZBB zetten wij het Ombuigingsproces voort en werken wij aan een robuust financieel meerjarenperspectief dat volledig in lijn is met onze wettelijke taken en ambities.